Waar onderwijs, zorg en behandeling geboden wordt vanuit het antroposofisch mensbeeld, daar zijn bijzondere tradities en rituelen te vinden die het culturele en religieuze leven betreffen. Een van die tradities is het vieren van de jaarfeesten. Deze jaarfeesten hebben een voorchristelijke oorsprong en zijn daardoor sterk verbonden met de natuurbeleving.
In voorchristelijke tijden leefden de mensen in grote verbondenheid met de elementen, de natuur en de kosmos. Zij waren doordrongen van respect voor het leven en het feit dat ritmische processen de dragers van het leven zijn. Zo brachten zij dankoffers aan regen, wind, zon en aarde voor de oogst, hen geschonken na hard werken.
In Nederland zijn, net als in de rest van de westerse wereld, de jaarfeesten de laatste eeuwen sterk verchristelijkt. Maar ook in de Joodse, Islamitische, Hindoeïstische en Boeddhistische tradities zijn de universele levensthema’s terug te vinden. Levensthema’s als geboorte, verbondenheid, moed, beproeving, strijd, sterven, opstanding en innerlijke verlichting. Waarom zijn de feesten zo belangrijk?
De verbindende kracht van rituelen
Van oudsher vieren mensen het wisselen van de seizoenen en belangrijke gebeurtenissen in hun leven met feest en ritueel. Door te vieren verheugen wij ons over bijzondere momenten en eren we de schoonheid en het mysterie van de natuur. Zonder rituelen glijdt het leven aan ons voorbij. De tijd gaat snel en onze dagelijkse bezigheden slorpen onze aandacht op. Overgangsrituelen en seizoensfeesten zijn ankerpunten. Ze bieden rust in onze dagelijkse wedren. Ze geven ons de tijd om rustig van de ene fase in de andere te glijden. Ze maken ons bewust van wat er eigenlijk gaande is en voorkomen dat we onoplettend aan wezenlijke dingen voorbijgaan.
Rituelen zijn een fascinerend middel om bijzondere gebeurtenissen boven het alledaagse uit te tillen en ons leven intens te proeven, te voelen en te beleven. Rituelen scheppen ook verbondenheid over generaties heen. We zijn op die manier verbonden met verleden en toekomst. In dit gevoel van verbondenheid met vroegere en toekomstige generaties schuilt ook de kracht van de traditie. Tradities zijn rijk aan ervaringen, gevoelens en waarden van vorige generaties. Dat maakt tradities sterk en krachtig.
En waarom dan de hele speciale tradities bij deze vieringen? Waarom hoort het ene beeld of lekkernij bij het ene feest en de andere bij een ander feest? Zoals bij de meeste dingen, zijn er uiterlijke aspecten maar ook innerlijke, wezenlijke aspecten waaraan wij deze standpunten ontlenen. Om terug te komen bij de uiterlijke kenmerken van een feest. Denk eens even terug aan uw eigen kinderjaren? Wat hoorde bij Kerst? Bij Pasen? Waar beleefde u het aan? Wat creëerde de specifieke sfeer?
De nog kleine kinderen kunnen niet naar de kalender om te lezen waar wij in het jaar zijn aangekomen. Zij hebben het van hun zintuig indrukken. Dat wat ze zien, wat ze ruiken, wat ze proeven, dát hoort bij een heel specifieke tijd van het jaar. Dáár verbinden zij hun tijdsbeleving aan. Ieder feest heeft als het ware zijn eigen karakter, zijn eigen symbolen, geuren en smaken. Daarom is het ook belangrijk dat het ene feest goed afgesloten wordt, om het volgende feest in te kunnen luiden. Kinderen begrijpen dit op een ander niveau dan volwassenen. Voor jongeren en volwassenen is het belangrijk de symbolen uit te leggen en er met elkaar over te praten.